12-04-2013

Mevrouw van der Ven

Het is eind maart. Mevrouw van der Ven zit op een kar in een minirok. Best wel koud voor de tijd van het jaar. En het is eigenlijk geen gezicht. Een kniesoor die daar op let. Ze rijdt met de kar langs het raadhuis. Hard ratelend hard over de keien. Zo hard, dat in de klas van de naast het raadhuis gelegen school, de meeste boerenkinderen hun meester amper verstaan. Mevrouw van der Ven stopt bij de kroeg. Daar zitten wat hangjongeren zich stierlijk te vervelen. Ze dragen van dat vieze beatlehaar en joelen treiterend naar de kar. Mevrouw van der Ven durven ze niet aan te kijken. De lafaards.

Mevrouw van der Ven woonde vroeger in een betonnen doos. Heel lelijk. Om de doos wat op te leuken had ze een dressoir gekocht en een vaas om bloemen in te zetten. Dat fleurde haar betonnen doos wat op. Helaas vergat ze veel te vaak de bloemen water te geven. Op haar dressoir stond nu een vaas met dooie rozen. Het kon haar niet veel schelen. Ze kocht toch iedere maand nieuwe. Best melancholiek.

Ik heb de moeder van mevrouw van der Ven nog gekend. En ook de vader. Dat was een maffe vent. Zijn grote hobby was touwtje springen. Dat deed ie altijd tussen de hoge bomen, want daar waaide nooit veel wind. De moeder van mevrouw van der Ven genoot aanzien in het dorp. Ze had namelijk meegedaan aan een televisiequiz. Daar is ze erg rijk van geworden. Maar dat duurde niet lang. Ze kocht van het geld een groot bankstel en haar man verbraste de rest in de kroeg. Sindsdien wil hij alleen nog maar touwtje springen. De moeder van mevrouw van der Ven heeft weken lang gehuild. Wat een verdriet.

Mevrouw van der Ven was samen met haar moeder heel verdrietig. Als troost liep ze iedere avond urenlang tussen het koren door. Daarvan kreeg ze heel veel dorst en een ontzettend droge keel. Ze lustte geen alcohol, dus dronk ze water van de pomp. Die stond op het plein bij het raadhuis. Dat vond de kroegbaas niet echt leuk. Het scheelde hem namelijk een hoop centen. Maar hij vond mevrouw van der Ven veel te leuk. Stiekem was hij verliefd op haar. Hij adviseerde haar om zoethout te kopen. Dat hielp goed tegen de dorst en was ook nog eens goed voor haar droge keel. Mevrouw van der Ven was heel blij met het advies en had daarna nooit meer dorst of last van haar keel. Zo zie je maar.

Toch kon ze haar verdriet om moeder moeilijk een plek geven. Op een avond kwam ze thuis en vond een ansicht op de mat. Een ansicht vol herinneringen. Toen brak ze helemaal. Zo rijk was het leven voor mevrouw van der Ven en haar moeder niet geweest.