22-04-2013

Schipper in nood

Maarten kijkt bezorgd naar de monitor. Hij heeft een bericht doorgekregen dat op zee een schipper in nood is. Daar staat hij dan. Met een mond vol tanden. Hoe vaak heeft hij dit niet in zijn dromen gezien. Daar is het dan. Het moment. Nu moet hij actie ondernemen. Hoe lang heeft ie niet op deze dag gewacht. Hij wist dat ie ooit zou komen. En nou is die dag eindelijk hier. Hij is er klaar voor. Echt. Hij kan nu laten zien waarvoor ie staat. Schip ahoi. Dat gaat ie straks roepen. Zeker weten. Zodra hij de schipper in nood vindt. Snel roept hij Monique op. En samen springen ze in de reddingsboot.

Ieder mens heeft een taak in dit leven. Zo ook Maarten en Monique. Alles hebben ze gedaan om zich goed voor te bereiden. En daar is het dan. Het grote moment. Voor het eerst gaan Maarten en Monique samen een schipper redden. Ze hebben elkaar beloofd dat ze alles zullen geven. Dat hebben ze tijdens hun zware opleiding zo geleerd. Voor volk en vaderland. Voor alle schippers in nood. Alle fases hebben zij doorlopen. In het maritiem centrum van Den Helder. Iedere stap die ze daarin namen, leidde naar deze dag, naar dit moment. Naar hier en nu.

Beiden kijken om zich heen. Fier en trots. Ze voelen zich gesteund. Kijk maar eens. Op het strand kijken de meeuwen naar hen op. Ze lopen zelfs een eindje met hen mee. Toffe beesten hoor, die meeuwen. Ze gaan door regen en wind. Door het vuur als het zou moeten. Ze blijven altijd naast je staan. De kopmeeuwen voorop. Gelukkig maar. Ze beschermen ons tegen alles wat komt. Ja, ja. De meeuwen waken zelfs als we slapen. Ze behoeden ons voor de storm. Op de boeg van alle schepen.

De reddingsboot klotst op de golven door het water. In de verte ziet Maarten een licht. Het is nog een flink eind bij hen vandaan. Maarten denkt aan zijn kleine dochtertje. Willeke, ze strijdt hard voor haar eigen leven. Maar hij, hij houdt haar veilig zolang ie leeft. Zeker weten. Een zware strijd, twee levens op het spel. Zij staan voor elkaar. Zijn niet te breken. Ook nu moeder er niet meer is. Wat had Willeke een verdriet. Nu zijn dochter en vader op elkaar aangewezen. Maarten wil zijn dochter niet verliezen. Zijn Willeke is hem veel te lief.

Maarten trapt het voetgas stevig in. De oranje vlag in de top van de mast wappert hard in de zon en in de regen. Het is kermis in de hel. Maar niet in de hel van Maarten en Monique. Zij koersen linea recta af op de schipper in nood. Zij aan zij en met de borst vooruit. Trots als een pauw. Wetend wat ze kunnen. De scheepshoorn toetert. Dit is hun geluid. Hun daden zijn groot, die gaan niet onderuit.

Voor zijn kind doet Maarten alles. Net als zijn pa en ma voor hem deden. En Monique, Monique die weet dat. Ze legt een arm om Maarten heen en fluistert lieve dingen in zijn oor. Lieve, lieve Maarten, ik loop voor jou door de wind en regen. Zal altijd achter je blijven staan. Samen met de meeuwen. Als jij het wil draag ik een vaandel in jouw naam. Op mijn borst of op mijn bil, wat jij maar wil. Zolang dat wij bestaan blijf ik in ons geloven. Kijk eens naar mijn spierballen. Ik bouw dijken met mijn blote handen. Ik hou het zilte en het zoete water maar wat graag bij jou vandaan. Het is een valkuil voor je. Ik weet het. Voor het goede doel steek ik zelfs neus en vingers in andermans zaken.

O lieve Maarten. Laat me weten wat je droomt en waar je hartje naar verlangt. Ik zal niet rusten tot het waar geworden is. Als je ooit de weg nog eens verliest ben ik je baken in de nacht en leid ik jou mijn haven in, in grote duisternis. Biedt troost en liefde. Onvoorwaardelijk. Want jij moet weten Maarten. Ik zal blijven strijden als een leeuw, totdat het jou aan niets ontbreekt. Ik hou onze liefde veilig zolang als ik leef.

Monique, Monique, kijk nu eens daar. Daar aan de horizon. Steekt daar nu iemand drie vingers in de lucht? Warempel het is onze Willem. Willem de Koning. Niet te verwarren met de Kooning met twee o’s. Ja, ja. Daarginder in die oranje boot. Dat is de schipper die we zoeken. Onze schipper in nood. Kijk, kijk. Hij steekt daadwerkelijk drie vingers in de lucht. Hij maakt de W van Willem, maar ook de W van wij. Het is onze beurt. Kom op, kom op Monique. Wat het ook is, waaraan we ook beginnen? Wij staan met onze schouders naast elkaar. Wij gaan die Willem redden. Anders staat heel Oranje straks met bitter, zij aan zij. Voor bitter water zal onze Willem niet wijken, hij legt het droog en hij bouwt dijken.

We heten Willem welkom in ons midden. Tot welke prijs en God hij ook mag bidden. Zolang ie wakker stamppot eten kan maakt niemand ons wat. Laat al die andere miljoenen Willems maar even wachten. Ze kunnen echt niet allemaal winnen. Er zijn maar weinig prinsen die Willem heten. Maar die ene, ja, die ene daar, die gaan wij redden. Met drie vingers in de lucht en twee vingers in de neus. Lang leven onze k(r)oning.


Tekst geschreven naar aanleiding van de commoties rondom het Koningslied.
Het Koningslied werd gecomponeerd door John Ewbank in opdracht van het Nationaal Comité Inhuldiging ter gelegenheid van de inhuldiging van Willem-Alexander als koning. Het werd mede geschreven en uitgevoerd door diverse artiesten. Aanvankelijk trok John Ewbank het nummer terug vanwege de negatieve kritiek. Twee dagen later besloot het Nationaal Comité Inhuldiging in overleg met NPO en John Ewbank het lied alsnog te handhaven.