31-01-2014

Columns van Harrie (Januari 2014)


Nergensland / Gein & Ongein / 08-01-2014

Ik ben me rot geschrokken. Brizl djeu. Grote hekken zijn opgetrokken aan de rand van mijn bos. In de ruimte tussen de hekken staan twee grote omgekeerde houten badkuipen opgesteld. Megagroot. Rond de hekken sluipen vreemde personages rond. Sommige dragen insignes en een pet, andere fotocamera’s met grote telelenzen. De petten houden de telelenzen goed in de gaten. De telelenzen wachten geduldig op wat zich afspeelt tussen de hekken. Sommige rusten op een statief, moe van het lange wachten. Want dit kijkspel duurt al bijna twee weken.

Als ik een telelenzer aanspreek en vragen stel, krijg ik een boze blik terug. Met zijn linkse wijsvinger wijst hij naar de omgekeerde badkuipen. Zijn rechtse wijsvinger houdt ie voor zijn mond. Staat er iets te gebeuren, misschien? Het kijkspel van de telelenzers verbaast me. Er is nauwelijks sprake van een schouwspel op het terrein voor de badkuipen. Ja, er staat wat vee maar daarmee is alles gezegd. Misschien zijn de mannen met pet meer spraakzaam. Zodra ik een vraag stel aan een pet krijg ik een pet-antwoord. “Ik mag niks zeggen”, zegt de pet. Ja, dan blijft het gissen. Totdat plots de deur open gaat van een van de omgekeerde badkuipen.

De telelenzen rond de hekken zijn in rep en roer en lopen nu als hongerige roofdieren ongeduldig op en neer langs het hek. Het is duidelijk dat een prooi op het open terrein achter de hekken verschenen is. Heel langzaam nadert de prooi het hek. De telelenzen zijn stil en houden de prooi nauwlettend in hun vizier. Het lijkt of ze wachten op een geschikt moment om toe te slaan. Alleen de prooi op het middenterrein beweegt. Hij is zich bewust van zijn aanwezigheid en schijnt geen enkele angst te kennen. Sterker nog, hij weet dat de telelenzen hem rauw lusten. Hij kan het hebben. Het voedt zijn ego. Eten voor de ziel.

De prooi heeft zijn mooiste veren opgezet. Een fel gekleurd huispak, zelf ontworpen en gemaakt. Het volgt zijn mollige contouren. De prooi is duidelijk op gewicht. Zijn haar zit goed in de lak en hij ruikt naar Wella. De telelenzen kwispelen van plezier. Hun prooi is gewillig. Alsof de telelenzen het samen hebben afgesproken breekt ineens het vuurwerk los. De jacht is geopend. De telelenzen schieten hun prooi met lichtmitrailleurs aan gort. Maar de prooi is ongenaakbaar en blijft rechtop staan. Fier met zijn borst vooruit.

De lichtoorlog duurt amper een minuut. Het zijn uiteindelijk de telelenzen die met leeg geschut omvallen en de aftocht blazen. Met waardeloze plaatjes. Een verzadigde jacht op een uniek plaatje heeft tot niets geleid. Zelfs ik heb medelijden met de telelenzen die ontdaan van kijkongenot mijn bos verlaten. Ik vraag me af waarom zoveel telelenzen en petten zo massaal en zo gelijktijdig dezelfde prooi in het oog hielden. Griss mich nich. Een afgebakende jacht in een nergensland, dat zegt toch genoeg? Dat gaat nergens over.


Overwinteren / Gein & Ongein / 09-01-2014

Hebben jullie ook zoveel last van voorjaarsmoeheid? Heel mijn natuur heeft er last van. De natuur in mij en de natuur buiten mij. Erg lastig hoor. Ik weet ook helemaal niet hoe ik mij moet kleden. Daar heeft niet alleen mijn natuur last van maar ook de natuur van buiten. Zo zag ik een compleet naakte ijsbeer rond sjokken in mijn bos. Zonder jas. De idioot. Hij zij dat ie de oceaan was overgezwommen, op zoek naar warmte. Ik zei hem dat ik die wel wilde geven, maar niet voor niets. Voor wat hoort wat. Daar had ie wel oren naar.

Raakhout, die zijn winterslaap niet vatten kon, voelde de bui al hangen en keek me boos aan. Ik fluisterde de ijsbeer in zijn oren dat ie niet bang moest zijn voor die rare pad. Maar garanderen durfde ik niets. Als Raakhout kuren kreeg dan was er geen kruid tegen gewassen. Maar Raakhout schikte zich in zijn lot. Waarom zou hij ook niet de paddenpoel met deze wollige grote witte beer delen? Hij kon dan lekker in de beer zijn pels kruipen. Dat sliep veel lekkerder dan in de koude modder. Zo gezegd zo gedaan. Al gauw werden de ijsbeer en Raakhout dikke vrienden.

Het paste allemaal maar net. De ijsbeer had het niet meer koud en Raakhout vatte eindelijk zijn slaap. Om de rust en de vrede te bewaren was het nu de kunst om de ijsbeer te beletten zijn favoriete bezigheid uit te laten oefenen. U raad het al. Het ijsberen. Maar hoe kon ik dat nu het beste aanpakken? Neem een ijsbeer zijn ijsberen af en je hebt de poppen aan het dansen. Dat geeft dan weer opnieuw onrust en daar kan Raakhout absoluut niet tegen. Een duivelsdilemma. Ik zag dat de ijsbeer al een beetje ongerust begon te worden. Raakhout snurkte inmiddels zo hard dat de pels van de ijsbeer telkens opveerde. Wat moest ik doen?

Brizl djeu. Natuurlijk. Als je een schaap kunt scheren dan kan dat vast ook bij een ijsbeer. Snel haalde ik het scheerapparaat te voorschijn. In korte krachtige bewoordingen legde ik aan de ijsbeer uit wat mijn plan was. Ik zou hem bevrijden van die lawaaierige pad door hem weg te scheren uit zijn nekvel. Daarna zou ik Raakhout met huid en haar opsluiten in de kelder van mijn hut. De ijsbeer vond het een prima plan.

Helaas ging het scheren me niet vlekkeloos af. Ik raakte per ongeluk het pootje van Raakhout en het bloed gutste over de witte pels van de ijsbeer. Shit. Raakhout schreeuwde moord en brand en riep keihard: “Scheer je weg!” Overdonderd door de situatie kon ik slechts uitbrengen: “Daar was ik net mee bezig!” De ijsbeer kon het amper boeien. Hij was in diepe slaap gevallen. Voordat ie wakker zou worden dat kon nog wel effe duren. De winter moest eigenlijk nog beginnen. Als troost gaf ik Raakhout een flinke kus en een pleister. Hij kon niet anders dan zich schikken in zijn lot. Maar ik moest wel beloven dat hij over een paar maanden de ijsbeer wakker mocht maken. Dan zou de poel daarna weer van hem zijn.


Hete handel / Gein & Ongein / 16-01-2014

Met het hoofd tussen de knieën zit een jonge gast op een bankje. Hij kijkt niet op of om. Het publiek rondom hem heen ligt ook voor pampus. Kan iemand misschien de zon even uit zetten? Een man, zittend op een vreemdsoortige hoge tuinstoel is naarstig op zoek naar het lichtknopje. Helaas kan hij het niet vinden.

Een stukje verder zit nog iemand met zijn hoofd tussen de knieën op een bankje. Ook een jonge gast. Ze dragen beiden sportkleding van een Griekse godin. De grote droge vlakte die zich uitstrekt voor de beide bankjes en onder de hoge tuinstoel is azuurblauw gekleurd. Het zweet gutst van de hoofden van de bank- en hoge tuinstoelzitters. Ze zouden een moord doen voor een glaasje water. Maar dat is op.

“Time”, roept de hoge tuinstoelman verbitterd door zijn microfoon. Maar er vindt geen reactie plaats. Conform het protocol zouden de jonge gasten nu op moeten staan van hun bankjes. Ze zitten echter vastgeplakt. Vastgeplakt aan de bankjes. Twee baanwachters begeven zich nu naar de jonge gasten. De jonge gasten schudden met hun hoofden. Brizl djeu wat is het heet. De baanwachters proberen nog even in te praten op de jonge bankzitters. Maar het is tevergeefs.

De baanwachters schudden nu ook ‘nee’ met hun hoofd en spreken via hun walkietalkies met het baanhoofd. Het baanhoofd brengt hun boodschap over naar de man in de hoge tuinstoel. Die spreekt het publiek toe via zijn microfoon. Ja, het is wat met al die communicatie. In dit soort situaties is het belangrijk om snel duidelijkheid van zaken te geven. Er is veel geld mee gemoeid. En geld is de drijvende factor van de economie. Ook in dit continent dat bekend staat om zijn hete ligging in deze tijd van het jaar.

De hitte is dit jaar wel uitzonderlijk. Zouden ze dit toernooi niet beter spelen op een nader tijdstip van het jaar? Nee, dat gaat niet. Dat zou de jaarplanning van de andere grote toernooien maar door de war gooien. Bloed, zweet en tranen dat wordt hier gevraagd van de jonge gasten. Maar helaas. Ze kunnen het niet meer brengen in de verzengende hitte. Zelfs niet in de super moderne, extravagante, ultralichte, vochtwerende, zon afstotende godinnenkleding. Flauwtjes valt het doek voor de jonge gasten gedurende de eerste ronde van de Australische Open. Het is simpelweg te heet om te handelen.


Alles in drie / Gein & Ongein / 25-01-2014

Meer is minder. Wie zegt dat? Niet moeder natuur. Die weet beter. Vanuit het verleden. Uit eigen ervaring. Net als vader. Vader natuur natuurlijk. Een kostelijk huwelijk. Moeder en vader. Kan ook anders. Denk ik dan. Vader en vader. Moeder en moeder. Of met drie. Vader, vader, moeder. Moeder, moeder, vader. Onnatuurlijk natuurlijk uiteraard. Wie zegt dat? Meer is minder. De heilige kerk? Een heilig boontje? Schennis is heilig. In een kerk. Kerk van liefde. Voorwaardelijke liefde schuurt. Kost veel geld. Opgehoest door boontjes. Overtuigd vol overgave. Sputum in kwispedoor. Rauw schijnheilig geld. Afkoop in zonde. Kliek in katholiek. Dat geeft protest. Protest in protestant. Zoet in lust. Zout der aarde. Meer is minder. Overdaad stompt af. Mag het minder? Minder met meer? Vader, zoon, geest. Man, man, man. Alles in drie. Spui het commentaar. Voor wie hoort. Hear, hear, hear. Goochel in heilig. Schennis de truc. Minder is meer. Ik zeg amen. In mijn bos. Mijn heilige kerk. Mijn enige kerk. Omdat het kan. Natuur liegt niet. Gris mich nicht. En brizl djeu.


Op zoek naar de winter / Gein & Ongein / 28-01-2014

Raakhout kan de slaap maar niet vatten. Hij heeft het veel te warm. Depressief wordt ie er bijna van. Het is ook geen doorsneewinter. Normaal ligt hij al zo’n twee maanden in coma, diep verstopt onder de modder. Maar niet deze winter. Hij snapt er helemaal niets van.

Het is veel te warm voor de tijd van het jaar. En wat helemaal vreemd is, onlangs kwam ie in zijn bos nog een ijsbeer tegen. Onbegrijpelijk. De natuur op zijn kop. Het was ook nog eens een lompe ijsbeer, die enorm uit zijn bek stonk. De ijsbeer vertelde dat ie onderwerg wat visjes had gescoord. Maar die waren hem slecht bevallen.

De vis in deze contreien was vel over been en smaakte van geen meter. Amper vlees op de graat. Anorexiavissen. Zuinig dun. Bah. Droge vis en ook nog eens slecht doorbloed. Hierdoor waren de darmen van de ijsbeer over de toeren geraakt. Ook zijn maag kon er maar slecht tegen. Zojuist had ie nog overgegeven. Bruine schol. Bah. Daarom stonk ie zo uit zijn bek. Waarvoor excuses.

Excuses? Aan wie? Aan de lezer misschien? Ja, aan de lezer. Want als deze het scherm van zijn tablet, phone, laptop of pc dicht bij zijn neus houdt dan kan ie de stank ruiken. Er kleeft een vreemd geurtje aan deze column. Probeer het maar eens. Glij maar eens met die fok over het plastic glas. Ruikt u het? Vies hè? Probeer voor de aardigheid en het vergelijk ook maar eens een andere column. Ontwaar de diverse columngeurtjes.

Maar nu even serieus. Het leidt af van de treurnis van Raakhout. Hij kan nog steeds zijn winterslaap niet vatten. Van gif heeft hij het maffe loopje van de ijsbeer ook nog eens overgenomen. Op en neer, van links naar rechts, van achter naar voren. Het maakt Raakhout ook allemaal niets meer uit. De natuur is in de war net als hij.

De lente doet al akelig zijn best te ontluiken, getuige de vele plantjes in de knop. Er hangt op diverse plekken al liefde in de lucht. Zo ook bij Raakhout en de ijsbeer. Zij maken van de nood een deugd. Het voortdurend achter en naast elkaar op en neer sjokken heeft de twee dichter bij elkaar gebracht. Zie ze daar nu lopen, arm in arm, hoe aandoenlijk. De pad en de ijsbeer, zwetend in hun vet en vel. Lotgenoten. Op zoek naar de winter. Met de neus in de lucht, snuivend van verlangen. Als daar geen ijsbeerpadden van komen?


Zielig / Gein & Ongein / 29-01-2014

Mijn baasje loopt met zijn ziel onder de arm. Dat doet ie al dagenlang. Het grappige is dat hij ook af en toe met zijn ziel praat. Hele gesprekken voert ie met zijn ziel. Vreemde gesprekken zijn dat. Ze gaan eigenlijk nergens over. Maar misschien ben ik daar als pad ook veel te nuchter voor.

Er is geen enkele pad die een ziel kan lezen. Daar begin ik dan ook niet aan. Mijn baasje zoekt het zelf maar lekker uit. De gesprekken die mijn baasje met zijn ziel voert zijn eigenlijk best zielig. Er wordt dan ook regelmatig een traantje gelaten. Mijn baasje is ook zo’n emokikker. Volgens de ziel is mijn baasje veel te goed voor deze wereld. Hij lijdt daar zichtbaar onder.

Soms zou zijn ziel wel eens in willen grijpen. Mijn baasje tot actie manen. Maar ja, hij blijft een ziel. Best zielig, want hij kan als ziel niets doen. Hij is niet stoffelijk. Al zou die dat wel graag willen zijn. Mijn baasje verwijt zijn ziel soms dat ie niet stoffelijk is. Het zou de zaken toch allemaal wat makkelijker maken.

Wat zou het toch leuk zijn als de ziel net zo stoffelijk zou zijn als een mens. Gewoon een persoon, met hoofd en ledematen, met alles erop en eraan. Dan zouden een hoop mensen niet meer zo alleen zijn. Dat zou toch mooi zijn. Samen naar de bioscoop. Mijn ziel en ik. Nooit meer moederziel alleen. Lekker samen popcorn eten en cola lurken bij een leuke film. Stiekem scheten laten. In het geniep. Goh, wat zou dat leuk zijn.

Kijk mijn baasje toch eens praten tegen zijn ziel. Veel te enthousiast. Waar haalt ie dat ineens vandaan? Straks knijpt ie hem nog dood. Onder de arm krijgt de ziel het maar warm. Je moet zo’n ziel ook af en toe eens loslaten. Potverdikkie. Brizl djeu. Geef je ziel lucht. En als je dat niet kan maak dan een hemelsnaam een 3D print van je ziel en hang hem aan je sleutelbos. Kun je hem eeuwig knuffelen.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.