31-03-2014

Columns van Harrie (Maart 2014)


Tautologieles / Gein & Ongein / 12-03-2014

Mozeskriebel, wat een woord? Dat dacht Raakhout toen hij wakker werd uit zijn winterslaap. Veel te vroeg. Ook dat nog. Dat betekent dit jaar dat de insecten vroeg aan hun einde zullen komen. Vroeg omdat ze niet volledig volgroeid zijn en daardoor een korter leven beschoren zijn. Vroeg omdat alle vogels met de vroege lente in de bol reeds aan het flikflooien zijn. Wat extra veel energie kost en amoureuzen noodzaakt veel te foerageren. Dat wordt dus honger lijden dit jaar voor Raakhout.

Van de liefde alleen kun je echter niet leven, ook al gaat deze vaak door de maag. Is hier nu sprake van een schijnbare tegenstelling, van een contaminatie, of simpelweg, ironie? En als het een contaminatie is, is het dan een ingeburgerde, een gepeperde of een versteende? Ach, wat doet het er ook toe, op een website zonder stijl. Het raakt so wie so kant noch wal en je slaat er stijlloos slechte figuren mee. Als je tenminste een stok kunnen vinden.

Vermoeiend hoor al die opsommingen. Ik lijk Battus wel. RIP. Maar eventjes genoeg geript uit het grote taalspectrum waarover ons paddenland beschikt en waarin het talenteert. Ondanks dat het toch wel belangrijk is om het te weten en hier te vermelden. Zeker in een samenleving waarin iedereen bij elkaar op de lip woont en kritisch van opvatting is. Het luistert allemaal nauw die taal. Zowel gesproken als geschreven.

Maar intussen, back to basic. Wat een woorden: mozeskriebel, talenteert en paddenland. Op mijn schrijfscherm zijn ze rood onderlijnd. En zodra ik op het lijntje klik is er geen vervanging beschikbaar. Jammer. Ik zou er zo een paar kunnen noemen, of zo u wil, verzinnen. Jemig de pemig, Aäronjeuk, kunnenkoestert, spraakverorbert, glibbernatie, springcountry. Ik bedoel maar. Niet verkeerd hè, voor een kleine rat met paddenbrein?


Herengrieven / Gein & Ongein / 21-03-2014

Reuring in mijn bos. Tussen de bomen in de maagdenpalm trekken allemaal wilde vrouwen voorbij. Ze komen in bosjes. Ik snap er werkelijk niets van. Oké het voorjaar staat voor de deur en vele knoppen staan op springen. Dat lokt de dieren meestal uit hun tent. Maar zoveel vrouwen in het bos. Dat verbaast. Ze zijn allemaal wel erg druk met zichzelf en met elkaar. Een bekend fenomeen onder vrouwen. Schijnt ooit in de oertijd ontstaan te zijn. Tijdens de pluk. Als de haantjes op jacht gingen. Die kunnen de drukte op de jacht niet gebruiken. Want dat vraagt concentratie en stilte. Maar nogmaals. Mozes kriebel ik begrijp er geen ruk van. Ze blijven maar toestromen. Ze blijven soms bij een boom staan en krabbelen dan wat in de bast. Met hele kleine aardappelmeisjes.

Ik kan het amper lezen. De aardappelmeisjes zijn een beetje bot en de tekens die de dames in de bast krassen lijken nog het meest op herengrieven. Herengrieven met onder- en bovenkast. Sommige herengrieven lijken zelfs op sixpacks. Horizontale lijntjes die repeterend op de borst van de boom gekrast worden. Ja, ja, de wens is de moeder van de gedachte toch? En als je heel stil bent dan hoor je de aardappelmeisjes giebelen. Hoor, hoor, daar hoor ik het weer. Hi, hi, hi. De dames die de herengrieven op de bast boetseren horen het gegiebel amper. Ze zijn serieus met de inhoud bezig. Althans zo lijkt het.

De dames houden blijkbaar van wisselende contacten. Nadat ze vol overtuiging op een boom geherengrieft hebben lopen ze door naar de volgende boom. Daar bekijken ze eerst of er al een tekst geschreven staat. Zo ja, dan halen ze een speciaal aardappelmeisje te voorschijn. Een scherp dit keer. Met het scherpe aardappelmeisje krassen ze dan goedlachs een aanvullende tekst onder het geschrevene. Een soort van reactie. Daar beitelen ze dan heel voorzichtig met een wat botter aardappelmeisje in sommige gevallen nog een raar wezentje bij neer. Meestal in cirkelvorm en zonder armen en beentjes. Soms glimlachend, soms knipogend, soms treurend. Emoties gebeiteld in een boom.

Vreemd volk hoor die vrouwen. Ze bezigen een taal die amper te volgen is. Ik verbaas me altijd over het aantal lijnen en rode draden die ze door en met elkaar weten te knopen. Alert zijn ze ook. Ze houden alles in de gaten, voortdurend. Schijnt ook al uit de oertijd te stammen. Altijd alert op gevaar. Het gevaar dreigt alleen niet altijd uit de wijde omgeving. Nee. Het grootste gevaar dreigt meestal vlakbij. Vanuit de eigen kern. Het begint meestal met gekissebis om onbenulligheden. Maar als de onbenulligheid een onbenul met wormvormig aanhangsel betreft dan heb je binnen no time de poppen aan het dansen. Dat is dan weer leuk voor de haantjes die na een wilde safari weer terugkeren op hun honk. Met de vlam in de pan dansen zij dan om de hete brij de hete polka. Samen met de vrouwen.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.