01-11-2017

Inktvisser

Ik ben een inktvisser. En wat voor een. Ik vis kostbare inkt. Uit een gouden potje. Daarmee vang ik lezers. Weten doen ze niet. Die lezers van mij. Ik vang ze stiekem. De inkt werkt betoverend. Mien inkt is scherp. Ze ruikt ook lekker. Naar kamperfoelie en thijm. Het is natuurlijke inkt. Gemaakt van stoute planten. Kunnen planten stout zijn? Ik dacht van wel. Sommige planten kunnen prikken. Net als hun inkt. Ze kunnen ook zwammen. Vooral in de herfst. Dat is heel irritant. Uit de nek lullen. Vooral inktzwammen doen dat. Ga uit hun weg. Ze vlekken ook vreselijk. Pas op je kleren. Pluk ze beter niet. Zwammen zijn geen planten. Dat wist u al? Hoe weet u dat? Op school geleerd zeker? Maar klopt dit echt? Heeft u het ervaren? Proefondervindelijk getest ook misschien? We moeten alles onderzoeken. Anders is er ongeloof. Dan moeten we kerken. Weesgegroetjes prevelen, wel honderd. Dat willen we niet. Beter dopen we inkt. En tekenen we op. Dat wat we zien.

Ik ben een inktvisser. Ik vis kostbare inkt. Uit een gouden potje. Dat u het weet. Mijn inkt die bedwelmt. Maakt lezers vaak gelukkig. In hogere sferen zogezegd. Dan dansen ze gedichten. Zweven letterlijk door lucht. Inktstapsprongen tien meter ver. Zonder inkt geen lucht. Adem in adem uit. Smeer de keel zwart. Laat mijn woorden vloeien. U met teksten stoeien. Zoek dobber en angel. Hap toe en geniet. Mijn woorden zijn goud. Ze brengen geen verdriet. Zo af en toe. Roert u mijn inkt. Het komt dan goed. Wie roert brengt leven. Mijn inkt geeft energie. Ze laat u zweven. Laat inkt u meevoeren. Op papier in lucht. Tel letters en wolken. Zwarte wolken drijven over. Omdat inktvissers ze verjagen. Met noeste veren pennen. Ga vertel het voort. Inktvissers vangen wilde lezers. Met verhalen en gedichten. In night and day.