24-10-2017

Dol op toneelstukken

De dame vind ik toch het mooist. Een waar toneelstuk. Wat zou ik haar toch graag eens schaken. In zwart of in wit tenue. Het is mij eender. Helaas volstaat de opstelling waarin ik mij bevind niet. De juiste zetten zijn nog niet gevonden. In de wandelgangen kan geen tactiek besproken worden. De hoofdrolspelers zijn geïsoleerd. Het tijdspel is rovend en zenuwslopend. Door wie zal de dame zich laten schaken? Door welke heer?

Vooralsnog staan twee heren rotsvast op het toneel. Laten zich door niemand shoqueren, laat staan roqueren. Diverse pionnen worden langzaam vooruitgeschoven, er is geen weg terug. Paarden maken vreemde bokkesprongen. Keren overmoedig in hun stal terug. Lopers marcheren schuin. Schuinsmarcheerders zijn het. Ze lopen blauwtjes bij de dames. Op torens kunnen de dames bouwen. Een stap terug of opzij. Tien stappen naar voren. Linea recta gaan ze, keer op keer.

Bijna alle stukken vallen om. Behalve de dames, want die worden gespaard. En toch zal vroeg of laat een heer voor haar vallen. Ik ruik mijn kans. Op mijn witte paard snijd ik de zwarte koning de pas. Hij staat verdekt en slecht gedekt. Een extra pion zet ik ook nog in. Spanning op het laatste vrije veld. Nog even en de zwarte heer staat schaakmat. Kan ik er eindelijk van door met mijn witte dame. Rollebollen naast het bord. Mijn ultieme toneel zal ik dan spelen. Het zal haar zeker niet vervelen.