02-10-2017

In de bus met Trudie Kortjakje

Honderdenzes wordt Trudie Kortjakje vandaag. Ze gaat op bezoek bij haar tweelingzus Funny. In de verte ziet ze de bus al aankomen en steekt haar duim omhoog. De bus stopt bij Langelindelaan 4. De deur ploft open. Kortjakje hijst zichzelf naar boven.

"Graag een retourtje Waaghalslaan, meneer de buschauffeur."
"Weet u dat wel zeker, mevrouw Kortjakje?"

Haar blik is veelzeggend. Trudie is niet van de grappen. Ze tuurt even snel de bus in. Shit, stampvol. Ze telt vijf euro dertig neer op de kleine schuifla.

"Het is weer druk vandaag, Bernhard."
"Komt goed, mevrouw."

Op de eerste tien stoelen van de bus zitten grote puberkabouters met oortjes in en telefoontjes in de hand. Snel loopt Trudie door. Ook achter in de bus is geen plek. Nors kijkt ze richting Bernhard. Die heeft Trudie's trage wandelgang nauwlettend in de spiegel gevolgd. Hij weet nu wat te doen.

"Hallo, hallo, attentie, attentie. Wil er iemand achterin even plaats maken voor mevrouw Kortjakje, ze is al honderdenvijf!"
"Honderdenzes vandaag!, gilt Trudie keihard terug.

De hele bus schiet wakker. Als oudsopraan van het beroemde Nationale Balalaika Koor uit Boedapest staat ze nog steeds haar vrouwtje.

"O, maar dan gaan we even zingen voor Trudie jongens ... met z'n allen ...!", schreeuwt Bernhard door de microfoon.
"Lang zal Trudie leven, lang zal Trudie leven ... lang zal ... in de Gloria ... hiep, hiep, hoera!"

Intussen heeft een busbewoner plaats gemaakt voor Trudie. Onderuitgezakt zit ze in de zetel. Een hoopje mens dat Trudie heet. Trudie heette. Trudie is niet meer.