Betweteren / Gein & Ongein / 06-06-2014
Mozes kriebel. Griss mich nich. Ik maak mij grote zorgen. Zorgen over het klimaat van mijn dierbare bos. Het wordt verstoord door een aantal factoren. Op de eerste plaats een verschuiving van klimatologische omstandigheden. De bomen snappen er niets van. Maar ze vertellen mij dat ze de laatste tijd flink veel wind vangen. Op onregelmatige tijden, dus niet op een vast tijdstip. Voor de bomen heel vervelend, want zij zijn toch de antennes van mijn bos. Ik heb me laten vertellen door een collega druïde dat dit te verklaren is door gaten in de ozonlaag. Daar kan ik dus helemaal niets mee. Het is maar een kleine filmlaag, toch? Kortom, onrustbarende onverwachte stormen bedreigen het bos. De eiken en beuken zullen er nog wel tegen kunnen. Over de dennen en berken maak ik me meer zorgen.
Verder was het Raakhout opgevallen dat er de laatste tijd wat opgeblazen figuren door het bos struinen. Laatst liep er iemand door het bos te balgen en sinds kort is daar nog een bijzonder persoon bijgekomen. Hij is heel breedsprakig en bezorgt de bomen pijn aan hun oren. Ook dreigen ze hun geduld te verliezen met de orakelende man. Het doet ze denken aan een dominee. Een heilig boontje. En daar hebben stoere bomen helemaal niets mee. De breedsprakige dominee orakelt aan een stuk door. Overal ziet hij fouten en beperkingen die er niet toe doen. Bijna manisch brengt hij ze onder de aandacht. Luid en schreeuwerig. Om te janken, dat betweteren, zeggen de bomen. Raakhout herkent dit. Hij heeft niet voor niets een koptelefoon over zijn oren getrokken. Het orakel begon de spuigaten uit te lopen. Onverbeterlijk verbetert de betweterige dominee, te pas en te onpas, taal en toon bij al diegene die tegen zijn orakels ingaan. Hij betwetert dat het een lieve lust is. Hij is een echte betweter. Hij betwetert bij de tandarts, de supermarkt. Op zijn werk, bij zijn vrouw en bij de schrijfclub. Kortom overal. Ook bij mensen die het niet horen willen. Ja, ja. Schrijven is zijn hobby en grote passie. En, nog veel belangrijker. Er is er maar een die het daadwerkelijk kan, schrijven. Hijzelf. Het is maar dat u het weet. O, u wist het al? Geen punt. De dominee herhaalt het graag. Ook voor diegenen die het niet horen willen.
De bomen daarentegen pikken het niet meer. Ze zijn het beu. Ze verstoppen zich in hun bast als de vervelende betweterige predikant langsloopt. Hij bederft de sfeer in het bos. Bomen en schrijvers haken af. Wat rest zijn potloden en gummen. U mag zelf de metafoor kiezen lezers. Voor mij is het overduidelijk. Ik strijk mijn baard en roep Raakhout bij me. Samen besluiten we het betwetertje zijn gelijk te geven. Altijd en overal. Lekker puh. Laat hem maar lekker kuchen. De bomen overleven het wel. We laten de betwetert maar lekker betweteren. Betwetert of betweterd? Wat is nu eigelijk de juiste spelling? Betwetert in het heden. Betweterd in het verleden. We kiezen voor het laatste.
Ach, het zou allemaal niet zo’n probleem wezen met het gebetweter van deze bosbezoeker, ware het niet dat voor en na het betweten duizenden excuses geplaatst worden door de betweter. Dat riekt dames en heren, beste beuken en berken, naar galleryplay. De bosbezoeker blijkt toch niet zo zeker van zijn zaakjes. Hij legt zijn waarheid liever in de handen van de lezer. Lekker veilig. Met heel veel excuus, maar hij heeft het wel gezegd. In het geniep met verfijnde verontschuldiging. Opdat hij toch maar geloofd mag worden en opgenomen in het walhalla van zijn zelf ingerichte schrijfhemel. Want een schrijverke, heren en dames, beste berken en beuken, dat is ie toch, niet?
De bomen in mijn bos berusten in de situatie. Aanvankelijk dreigden ze nog mijn bos te verlaten door het toedoen van de betweter. Maar ook zij zien gelukkig in dat het hier slechts onschuldig orakel betreft. Met de verontschuldigingen schijnheilig bijna. Maar het zij zo. Er zijn ergere zaken om een bos te verlaten. Ze laten de dominee, voor wat het is. Een orakel in blote bast. Een beetje schors zou hem echter niet misstaan.
Naomistelten / Gein & Ongein / 25-06-2014
Raakhout is weer eens verliefd. Ja, zo gaat dat met padden. Het blijft wel een vreemde gewaarwording. Een bruine pad met blozende wangen. Met een beetje fantasie zie je er de achterzijde van een baviaan in. Ja, zo’n vieze aap. Zeker als Raakhout zijn wangen opblaast. Het lijken dan twee gigantisch grote roze billen. Daar kan de meest ranzige baviaan niet aan tippen. Bij Raakhout zitten er dan ook nog eens twee ogen op. Ja, op die billen. En ja, ik weet het. Het gaat misschien uw voorstellingsvermogen te boven. Maar ik heb het toch echt gezien.
Het is een leuk meisje waar Raakhout zijn oog op heeft laten vallen. Eigenlijk is zij een maatje te groot voor hem. Het is namelijk een maxipad. Ze heeft geen poten maar stelten. Wel hele mooie stelten. Een soort Naomistelten, glad en bruin. Sinds Raakhout het meisje kent draagt ie een grote ladder bij zich. Ja, die Raakhout is voor geen gat te vangen. Samen met zijn meissie op stelten zet hij de boel op … Juist ja, dat mag u zelf invullen. Het steltmeisje luistert naar de naam van Brussel. Van achteren hè. Van voor heet ze gewoon Sofie. Sofie van Brussel. Maar ze komt uit Antwerpen. Verwarrend. Ik weet het. Maar zo is ook de liefde.
Raakhout heeft haar leren kennen tijdens het driehonderdachtenveertigste druïdecongres. Hij was meteen verliefd op haar. Al bij de eerste kennismaking. Tot over zijn oren. Het congres vond plaats in de achtertuin van het museum Eugeen Van Mieghem. Het was een opvallende verschijning, die Sofie. Er bestaan ook grote druïden, maar Sofie stak met kop en schouders boven al het gepeupel uit. Ze was samen met haar zusje Filo. Ook een opvallende verschijning. Filo was gezegend met lange armen. Die waren zo lang dat haar handen over de grond sleepten. Ze droeg dan ook altijd handschoenen. Uit voorzorg. Raakhout viel echter op lange benen.
De kennismaking was van korte duur. Al snel bleek dat Raakhout en Sofie dermate bezeten raakten van wederzijdse over-de-oren-verliefdheid dat er geen ruimte was voor lange kennismaking. De fysieke ongemakken werden snel overwonnen. Het zoenen vergde wel enige inspanning. Dit tot vermaak van de aanwezigen. Het was een komisch gezicht om te zien hoe Raakhout zich werkelijk suf sprong om de grote volle lippen van Sofie te kussen. Ze hadden zich weliswaar verschanst achter een bossage, maar toch. Een vliegende pad een meisje op stelten zien zoenen boven een bosschage blijft toch bijzonder.
Met lichte verontschuldiging naar het druïdegezelschap heb ik de twee geconfronteerd met de komische situatie. In alle hevigheid heeft de verliefdheid zich daarna voortgezet in de auto op weg naar huis. Gelukkig deed de airco het goed in mijn auto. In Nummer Eén aangekomen verdwenen de tortelduifjes meteen in het bos. En dat bos, dat heeft het geweten. Het staat nu nog op stelten.
Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.