31-08-2016

Columns van Harrie (Augustus 2016)

Geringd / Gein & Ongein / 13-08-2016

Raakhout komt keihard op me afgerend. Hij is erg geschrokken. Er ligt een man onder de eikenboom. Zwaar gehavend en ijlend. Ik moet onmiddellijk meekomen. Het is lang geleden dat ik Raakhout zo aangedaan heb gezien en trek snel mijn sandalen aan. Waar is mijn stok? Gevonden. Snel gaan we op pad.

Onder de eikenboom ligt een klein klerenkastje. Brizl djeu, griss mich nich. Anders kan ik het niet benoemen. Ik schat de situatie in en heb al snel in de gaten wat hier het euvel is. Alleen een ding kan ik niet meteen verklaren. Waarom draagt deze jongeman ringen aan zijn enkels. Twee grote ijzeren ringen, aan een ketting? Hij ziet er niet echt bandieterig uit. In tegendeel. Zijn vreedzame gezicht staat op grote tevredenheid. Een flinke glimlach rond zijn mond en heel af en toe laat hij een zucht ontsnappen uit zijn samengeperste mond. Zijn pruillippen bibberen dan een beetje. Als ik me vooroverbuk naar de jongeman ruik ik alcohol. Aha, duidelijk gevalletje nachtelijk doorhalen.

Deze meneer slaapt zijn roes uit. Roes, waarvan, en waarom die ringen? Die vragen blijven openstaan. Ik vraag aan Raakhout hoe lang hij hier al ligt en waar de man precies gehavend is? Ik zie namelijk geen letsels. Een paar uur en hij ijlt om het half uur. We wachten even totdat het halfuur voorbij is. Misschien waren we net na zijn laatste ijlmoment ter plaatse. Raakhout wijst naar de brede borst van de jongeling. Buitenproportie. Bovendien hangen er ook rare worstarmen aan. Dat is toch niet normaal?

Is dat wat Raakhout met gehavend bedoelt? Hij knikt ja. Niets aan de hand hoor. Dit is volgens mij gewoon een gevalletje overtraining. Deze jongeman heeft en teveel sportschool gezien en teveel café. Ik hoor nu geritsel in het struikgewas. Een kleinere en minder gespierd evenbeeld van de jongeling rijst op. En wie bent u? Zwammes, antwoord de man. Vriend en vijand van wat daar ligt. Ah, ik snap het al. Voor de drank vriend en na de drank vijand. Er worden in de tussenfase vaak rare dingen uitgesproken. Rake dingen, ware dingen.

Hij nam mijn plek in vier jaar geleden. En dat neem ik hem nog steeds kwalijk. Waar? Vraag ik met belangstelling. Bij de Olympische Spelen in Londen. Oh, dat maffe wereldspel. Daar heb ik niet zoveel mee. Ik doe aan touwtrekken en dat vind ik sportief genoeg. Hoef er ook geen medaille voor. Ja, ik kan dat erg goed touwtje trekken. In alle vormen en soorten. Het is het liefste dat ik doe. Aan touwen trekken. Ik hou die dingen nou eenmaal het liefst in handen. Bij voorkeur die van mezelf, maar ook die van anderen. Maar vertel eens. Wat is er precies afgelopen nacht gebeurd?

Dat is een lang verhaal. We zweefden door de lucht. Gewoon voor en door de leut. Boven een favela. Ja, in Rio. We waanden ons Batman en Robin. Daar zijn we neergestort. Yoeris Tempeloeris, zo heet mijn vriend en vijand, had vlak te voren, een ringoefening gedaan op de Spelen. Had zich gekwalificeerd voor de volgende ronde individueel en was door het dolle heen. We besloten dat te vieren, trokken na afloop een strak pak aan en zijn de bloemetjes stevig buiten gaan zetten. En ja, toen vlogen we ineens de kroeg uit. Vlak bij die favela. In de kraag gevat door de lokale politie zonder uniform en in de boeien geslagen.

Ik begrijp ineens de ijzeren ringen rond de voeten van Tempeloeris. Weer een vraag opgelost, tot grote geruststelling van Raakhout. Zelf had ik een ijzerzaagje bij me. Een kleintje, zo'n Zwitsers. Zo gepiept. En ik wilde net beginnen aan die van Yoeris, totdat die rare pad op mijn pad kwam. Raakhout heet ie. En hij doet niets hoor.

Waar ben ik? Yoeris is ontwaakt. Als het goed is gaat ie nu ijlen, aldus Raakhout. En ja hoor. Hij spreekt rare zinnen uit. Engelse zinnen. Warrig. Droevig. Maar ook mooi. Zangerig. IJlerig.

One day I'll fly away
Leave your love to yesterday
What more can your love do for me?
When will love be through with me?

Och, daar begint ie weer. Zwammes houdt zijn oren dicht. Al dat zelfmedelijden. Het gaat over zijn ringen. Zwammes wordt er helemaal simpel van. Straks gaat ie ook heel hard schreeuwen. Let maar op.

Maurice, Maurice, ... zielige Ties.

Griss mich nich, waar gaat dit over?
Dat wil je niet weten. Denkt Zwammes.

Voordat Raakhout en ik het goed en wel beseffen stijgt Yoeris plots op. Zijn magere beentjes bungelen achter hem aan. Verzwaard met ringen en ketting. Als een geringde vogel. Met in zijn kielzog Zwammes. Die hij net op tijd aan zijn kleine worstarmpjes vastpakt. Doeg. We gaan op zoek naar Eepke Aap de fladderaar.

Raakhout en ik kijken elkaar aan. Was het dat nou? Brizl djeu, wat een idioot schouwspel. Niets om je over druk te maken. Toch?


Absurd / Gein & Ongein / 26-08-2016

Een vreemde situatie in mijn bos, griss mich nich, ongehoord. Bij iedere boom zie ik een dichter staan. Ja, dichtbij iedere boom. Ze luisteren naar wat de boom te vertellen heeft. Er zitten ook schrijvers tussen. Een groot verschil. Dichter of schrijver zijn. Waarbij gezegd dat een schrijver dichter bij de dichter staat dan een dichter bij de schrijver. Hoe dat zo komt? Simpel. Dichten vraagt meer kunst. Is minder toegankelijk. Een dichter houdt afstand. Een schrijver niet. Een schrijver heeft nood aan voeding. En een dichter voedt. Zo simpel is. Ik schrik er zelf van. Hoe ik aan een zo eenvoudige verklaring kom. Wil nog niet zeggen dat ik er geen last van heb. Van al die dichters en schrijvers in mijn bos.

Ze zijn erg opdringerig. Meters papier dragen ze bij zich. Voor noodgevallen. Ze poepen er nogal op los. Heel vervelend al die opgeschreven diarree, die ze achter iedere boom zich laten ontvallen. Bah. Het stinkt ook nog eens. Als het nu nog eens mooie stukken waren, dan kon ik er nog vrede mee hebben. Maar, nee. Het meeste is toch wel bagger. Het ergste vind ik nog al dat gepiep. Ja, ze dragen allemaal zo'n vreemd kastje bij zich waar ze zorgvuldig op hameren, met hun fletse magere schrijfvingertjes. Na verloop van tijd hoor je dan een piepje. Ik heb het eens gevraagd aan een van de dichters / schrijvers. Wat maakt nu dat piepje?

Oh, dat is een verzonden stuk. Zoveel? Zoveel. Het komt allemaal in de wachtrij bij onze uitgevers. We proberen ze gek te maken. Die uitgevers. Het zijn zulke koekenbakkers. En ze worden schathemeltjerijk van onze productie. Eigenlijk zouden we er eens een tijdje mee moeten stoppen. Zodat ze bankroet zien. Geldwolven. Maar de schrijfdrang is te groot. Verslaafd zijn we aan net schrijven en dichten. Stuk voor stuk. Niemand uitgezonderd. Gelukkig hebben we dit bos gevonden. Vol met bomen. Historische bomen. Die willen hun verhaal wel kwijt. Mooi bos waar jij inwoont vriend.

Mijn mond valt open van verbazing. Brizl djeu. Die van Raakhout ook. Hoe durven ze? Onze verhalen optekenen? Wij hebben het immers de bomen ingefluisterd.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.