12-08-2016

Stilleven (14): Tiet Chritulaer meets Hoon Termans in Rio de Janeiro

Twee vrienden zitten op een hoge tribune van stadion ‘Largos de Parasol’. Een stadion tijdelijk gebouwd ter gelegenheid van de Olympische Spelen 2016 te Rio de Janeiro. Gelegen aan het halve-maan-vormige strand, in de wijk ‘Prinsesje van de Zee’. Ze zitten de eerste week te evalueren van het vierjaarlijkse sportfeest, dat zo ongeveer een kwart van de wereldbevolking, verdeeld over diverse tijdzones, bij tijd en wijle, aan verschillende beeldtoestellen gekluisterd houdt.

Tiet Chritulaer is van de techniek en Hoon Termans van de poëzie. Beiden disciplines zijn onontbeerlijk voor goede prestaties in de sport. Daar gaat hun discussie over. Discussiëren vinden Tiet en Hoon zo ongeveer het mooiste dat er is. Zeker onder het genot van choco-copacabana-melk en brandbier. Literaire- en technodorst moeten immers gelest, en niet alleen met woorden. Bovendien zijn beiden mannen gewaarschuwd. Op hun leeftijd dient er veel gedronken te worden.

Zonder fiets vaart niemand wel.
Qua techniek is deze stelling best vol te houden, maar met poëzie heeft het weinig van doen. De eerste fietsenstelling is daarmee meteen omver geworpen. Een – nul voor techneut Tiet.

Voornaam in voornaam zegt niets over vooraan.
Qua poëzie is deze stelling ook best vol te houden, maar met techniek heeft het idem dito weinig van doen. De tweede fietsenstelling is daarmee tevens omver geworpen. Stand, op stand, gelijk getrokken dus. Een – een.

Tot zover de gedachtespinsels van twee Limbo’s op zijn Rio’s. Nu hun uitspraken, samengevat in dialoogvorm. Waarbij ik vermeld dat dia’s nooit liegen, maar dat ter zijde. U mag zelf kant kiezen. De dialoogvorm is in een taal (Klukkluks) die allang niet meer in de Amazone gebezigd wordt. Edoch, het is geen indianenverhaal.

Tiet: Neem nu Vanessa Ferrari. Huppelt van de pindakazerige op de houten balk. Floepes floepes mis! Dat meisje niet geschikt voor het wiebele wagenleven.

Hoon: Even denken met de hoofd en dan van de domme houden, het is toch van de gekke! Ik mis haar coach en kleine gedichtjes tussen de voeten.

Tiet: ‘Ja, ja, gossie possie ze vergeten de mij, klap toe de malle mond’. Dat zei ie achteraf. De Italiaanse joker.

Hoon: Mij zijn van de geldloze, en toch kostelijk geamuseerd, haastige spoed, zere voet. Eigen schuld, dikke bult.

Tiet: Mij zijn van de snelle! Ik hou niet van die lastpost meneertjes. Hij had geeneens een trompet die coach. Dan niet blazen hé.

Hoon: Zeepersonen zijn het die Italianen, geen denkhoofden, zoutzeemannen. Verdwaald op de balk.

Tiet: Het leven is van de opschrikbarende. Vanessa Ferrari nog een keer terug op die balk. Niet goed. Weer gevallen.

Hoon: Zijn de koffie al van de bruine, ik heb last van bierbrand. Effe blussen hoor, met mooie woorden.

Tiet: Kijk nou Hoon, driedubbel overgehaalde hamerhaaien zwemmen in zee. Daar, kijk, daar!

Hoon: Ach Tiet, allemaal kermistroep, het is alleen zeer van de akelige voor wie in het water ligt.

Tiet: Mij zijn niet van de bange, mij zijn alleen van de voorzichtige.

Hoon: Een boterham met pindakaas en hagelslag dat vinden mij lekker bij de koffie.

Tiet: Jij zijn van de hebberige.

Hoon: En jij van de aangelaatse! Duizend zeekakkelobessen in een haring ton!

Tiet: Wel vriendelijk blijven Hoon, het zijn maar de Olympische Spelen.

Hoon: En toch zijn gedichtjes en schietgebedjes van het belangrijkst en gewichtheftigs.

Tiet: Nee, nee, de fysiek naast de techniek. Mij hebben een lastige tril-spier in mijn schiet-arm. Daardoor maken de pijlens altijd zo’n rare baan! Mij zijn een flop!

Voordat de discussie uit de hand loopt stopt het hier. De zon schijnt intussen zo hard dat langer op de tribune zitten ondraaglijk wordt. Hoon en Tiet verkassen naar de kroeg. Hoon zet in op mooie namen. Dat is wat de sport zo mooi maakt. Verbintenis in woorden en daden, liefst op oude voetbalschoenen, want wie is nu hier het gekst?

Hoon staat op. Brengt een aubade aan de poëzie der sportnamen. Een ABC van Olympische deelnemers, gekozen uit landen die beginnen met een A, B of C. Jawel alfabetisch gerangschikt op land. Gelieve hardop uit te spreken.

Andranik Karapetyan – Philipine van Aanholt – Michelle Jenneke – Teymur Mammadov – Demetrius Pinder – Edidiong Ofonime Odiong – Mohd Siddikur – Tia-Adana Belle – Loïck Luypaert – Renick James – Yémi Apithy – Flora Duffy – Lenchu Kunzang – Óscar Soliz – Amel Tuka – Nijel Amos – Nenê – Eldred Henry – Jaspar Yu Woon Chai – Ivet Lalova – Hugues Fabrice Zango – Elsie Uwamahoro – Sovijja Pou – Kirsten Sweetland – David Boui – Matias del Solar – Ma Long – Chia-Chia Chuang – Jarlinson Pantano – Soule Soilihi Athoumane – Deo Gracia Ngokaba – Teau Moana McKenzie – Marie Meza – Leuris Pupo – Apóstolos Paréllis

En tot slot, naar willekeur van land, een aantal favorieten van Tiet:

Sergio Llull – Mohammad Tawfiq Bakhshi – Luiza Gega – Abdelhafid Benchabla – Eddie Lovett – Jordan Mageo – Pol Moya – Pedro Pinotes – Daniel Bailey – Juan Martin del Potro – Alja Moestafina – Eytora Thorsdottir – Daria Spiridonova – Ellie Downie – Tabea Alt – Yuki Uchiyama – Oleh Vernyayev – Eleftherios Petrounias – Francisco Barreto Junior – Yoo Won-chul – Ma Long – Chad le Clos – Callum Skinner – Islam El Shehaby

What’s in the name!