05-10-2016

Gesprek met een dorre oude vrouw

‘Wat vind jij nu eigenlijk van het leven?’

Ik krijg geen antwoord.

‘Omarm je het of bevecht je het leven?’

Het blijft stil.

‘Moet ik het dan maar weer voor je invullen?’

Geen reactie.

‘Zo te zien, maar let wel het is slechts mijn invulling, ik maak het op uit je houding, omarm je het, je straalt een bepaalde rust uit, een innerlijk geluk. Hoe doe je dat?’

De felle zon strijkt neer op haar voorhoofd. Ze knippert niet eens met haar ogen.

‘Ondanks dat jij meestal je armen in uitgestrekte houding op schouderhoogte laat rusten, gelijk een lieve heer, denk ik dat jij stiekem het leven omarmt ja. Geen idee overigens waarom je dat doet, dat met die armen, het heilige boontje uithangen misschien? Is het jouw grote voorbeeld, de lieve heer?’

Ik schuif wat dichter tegen haar aan. Er moet toch reactie komen, vroeg of laat. Ik geef het niet op. Vroeg of laat zal ze spreken. Ik neem nog een teug van mijn single malt, zorgvuldig verstopt in krantenpapier. Ook al bevind ik me in de middle of nowhere ik wil niet onverwachts gespot worden met mijn liquor.

‘Krijg je het nooit koud, met die armen de hele tijd zo uitgestrekt? Ik zie je zelfs in de winter soms zo staan. Het moet toch wel je favoriete standje zijn?’

Nog steeds geen enkele reactie. Forceren dan maar.

‘Neuk je ook zo?’

Heel langzaam komt er een beetje beweging in de vrouw. Maar geen antwoord op mijn vraag. Een verlegen type denk ik dan. Of dor? Een dorre oude vrouw. Ha, ha. Natuurlijk. Eentje die nooit over het leven nadenkt en niets heeft meegemaakt. Ze ziet er ook nog eens verwaarloosd uit. Versleten kleren, ouderwetse hoofddoek om het hoofd geslagen, eentje uit het jaar nul. En zie ik het goed? Volgens mij slaapt ze nog in een bed van stro. De strostengels komen haar mouwen en witte kraagje uit. Zelfs van onderuit haar rok. Een dorre oude vrouw, dat is ze.

‘Nou, ik ga er maar weer eens van tussen. Met jou valt niet te praten. Hoe dan ook, toch prettig om weer niet kennis gemaakt te hebben.’

Ik strompel van het veld. De zon gaat langzaam onder. Ik kijk nog een keer om en zie de vrouw in het veld nog steeds haar armen gestrekt houden. Een volhoudster, die oude dorre vrouw. Een kraai landt op haar bovenarm en poetst zijn verendek. Ze laat geen krimp. Wat een leven. Geen leven. Ik keer langzaam terug naar het mijne. De drank is op. Waar is mijn brouwerij?


Toelichting:
Geschreven naar aanleiding van een idee van Hella Kuipers
Zie ook: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Schrijfveer: Gesprek met een oude dorre vrouw (05-10-2016)
Deze Schrijfveer is een herhaling van een Schrijfveer uit oktober 2015 met dezelfde titel. Lees hier hoe ik er toen over schreef.