30-09-2015

Columns van Harrie (September 2015)


Steenmannetjes / Verkeer / 21-09-2015

Zijn het sneeuwmannetjes die ik zie? Ik ben het spoor even bijster. Dit landschap komt mij bekend voor, maar ergens ook weer niet. Nee, het zijn geen sneeuwmannetjes. Het zijn steenmannetjes, besneeuwd. Het zijn platte keien op elkaar gestapeld bedolven onder sneeuw. En het rare is, ze dragen rood-witte strepen, twee om precies te zijn, aan beide kanten. Dat veronderstelt dat je ze aan beide zijden kunt benaderen, die steenmannetjes. Zo heb ik ze voor het gemak maar even genoemd. Vanuit de verte houden ze de wacht en lokken de wandelaar, al dan niet verdwaald. Ik maak nog iets anders op uit de uitgestippeldheid waarmee de mannetjes in het landschap geplaatst zijn. Ze vormen een route, het kan niet anders. Ze nemen me bij de hand de mannetjes, niet bij de neus mag ik hopen, want ik behoor toch echt op dit moment tot de categorie verdwaalden. Ik overweeg nog even naar mijn TARDIS te lopen. Maar ach, die loopt niet weg. Hij steekt al dan niet besneeuwd toch zeker twee meter boven de steenmannetjes uit. Zolang ik niet te ver wegloop blijft mijn transportvriend onder handbereik.

Ik kijk naar de lucht en zie dat deze wolkloos is. Daar houd ik nu van, wolkloze luchten. Ben in ieder geval nieuwsgierig waar de steenmannetjes me toe leiden. Achter de bergen zie ik langzaam de zon opkomen. Dat geeft in ieder geval licht en warmte. Geen enkel steenmannetje is hetzelfde en ik weet nu ook ineens waaraan ze mij doen denken. Aan vakantie die ik ooit met mijn ouders vierde op het vaste land. Ergens in Europa, ik dacht Zwitserland of Oostenrijk, maar ik kan me vergissen. Maar waar ik me nu bevind kan nooit sprake zijn van vast land, laat staan het aloude Oostenrijk of Zwitserland. Daarvoor heb ik te lang door de ruimte gezworven. De gedachte werpt me wel terug naar een ver verleden. Geen idee ook wie er het eerste was. Oostenrijk of Zwitserland. Ik voel sterk de neiging om het even op te zoeken in mijn TARDIS. Ja, die is onlangs geupdate met de nieuwste snufjes op technologisch en informatica gebied. Ik kan natuurlijk ook opzoeken via mijn TARDIS waar ik me precies bevind. Maar dat vind ik te makkelijk. Ook ik moet mijn leven als wizzard 24/7 waarmaken. Ook ik word een jaartje ouder, al valt dat in het niet ten aanzien van mijn ruimtelijke leeftijd. Maar nu ik me op moedertje aarde bevind voel ik me stokoud. Deze aarde vreet namelijk energie.

Ik zie de steenmannetjes nu een brede glimlach trekken. Ze krijgen me echter niet klein die monsterkeien. Ik heb een donkerbruin vermoeden wat zich achter de berg bevindt, die ik nu opklim. En ja hoor, bovengekomen lonkt een volgende berg. Het is een land van berg en dal waarin ik me bevind. Een look-a-like Oostenrijk of Zwitserland. Ware het niet dat de steenmannetjes kunnen praten. Een rare taal, maar met wat moeite en de taaltranslator die ik altijd bij me draag, kom ik veel te weten. Ik bevind me in Trakdurbia en achter de volgende berg zal het ophouden. Ik kan niet wachten. Trakdurbia heb ik lang niet meer bezocht. Het is een land dat zich voortdurend uitbreidt. En ook nu is het goed mogelijk dat de grens zich mogelijk oprekt. De steenmannetjes wijzen me de weg. Sommige dragen nu een sjaal. Dat is geen goed teken. Het zijn geen sjaals voor de kou, maar sjaals om virussen buiten de houden. Ik overweeg heel even om terug te gaan naar mijn TARDIS. Maar eigenlijk is het daarvoor te laat. Ik zit in dubio. Wat zal ik kiezen? De grens verder opzoeken en verkennen met het risico een virus op te lopen of toch maar een andere weg kiezen. Het laatste virus heeft drie maanden mensentijd in mij rond gewoekerd. Dat wil ik niet nog eens meemaken. De andere optie, een andere weg kiezen is misschien de beste. Ik sla bij het eerstvolgende steenmannetje linksaf. Niet rechtdoor, zoals de rood-witte markering mij wil doen geloven. Het steenmannetje kucht gevaarlijk luid. Het klinkt als een waarschuwing, maar ik trek mij er niets van aan.

Maar goed dat ik de andere weg gekozen heb. Trakdurbia laat ik snel achter me. De grens sluit zich onmiddellijk. Ik kan niet meer naar mijn TARDIS realiseer ik me ineens. Ik sta er nu toch alleen voor. Als het goed is loop ik nu linea recta naar Frontportalis. Bij ruimtekunde op school heb ik altijd goed opgelet. Links van Trakdurbia ligt Frontportalis. Zeker weten. En in Frontportalis is het leven goed. Bijna hemels om het maar eens aards te zeggen. Ik besluit dan ook om hier een pauze te nemen. Vierhonderd jaar zwerven door de ruimte heeft me toch wel erg vermoeid. Vanuit Frontportalis ben ik ook moeilijk bereikbaar. Zeker zonder TARDIS. Ik geniet voorlopig van welverdiende rust. Snel zend ik een korte Steenmannetjes-rapportage inclusief virusverwachting in Trakdurbia naar mijn thuishaven. Ze moeten wel weten waarom ik zolang wegblijf. Mijn plek kan in no-time zijn overgenomen in Galactica 7.0. En dat wil ik niet.


De maan en de andere kant / Verkeer / 27-09-2015

‘Ground control to doctor Tom …’
‘Ground control to doctor Tom …’

Snel ren ik naar mijn Tardis en gooi de deur open. Maar helaas, ik ben net te laat, de hoorn ligt van de haak.

‘Piep, piep, piep, piep …’

Snel ren ik weer naar buiten. Het is volle maan. Maar niet lang meer. De zon kan ieder moment voor de maan kruipen. En ik weet wat dat betekent. Het telefoontje had me mogelijk kunnen redden. De andere kant had mij ongetwijfeld een locatie kunnen doorgeven om te schuilen. Een andere planeet, of in het ergste geval een ander lichtstelsel.

Vol spanning wacht ik de gebeurtenissen af. De maan ziet er op dit moment knaloranje uit en lijkt uit haar voegen te barsten. Best wel eigenaardig. Ik ben speciaal op missie gezonden om het natuurwonder op aarde te aanschouwen. Maar of ik er nu zo blij mee ben. Ok sla mijn lange sjaal nog maar eens keer extra om mijn nek, het is best koud bij deze volle maan.

‘Ground control to doctor Tom …’

Ik gooi de deur open en pak de zwarte hoorn die aan de glibberkabel hangt snel vast en leg hem aan mijn oor.

‘Ground control to doctor Tom …’

‘Ja hallo, met Tom … Ehhh … Doctor Who … Hoe weet u dat …’

‘Dear Tom, ga onmiddellijk richting Jupiter en land daar, we nemen zo snel mogelijk contact met je op, doei!’

Godverdomme, dat heb ik weer. De andere kant geeft weer eens net niet genoeg informatie. Ze nemen niet eens de kans om een praatje met me te maken. Ik besluit toch nog even te wachten. Ben niet voor niets naar het spektakel op aarde gereist. Deze missie wil ik toch nog wel eventjes volbrengen.

Had ik het maar niet gedaan. De oranje maan blaast zich steeds verder op. Ik zie nu ook duidelijk het vlekkenpatroon waar de andere kant het over had. De sinaasappelhuid op de maan voorspelt niet veel goeds. Ik heb geen tijd meer om weg te raken. Dit voelt niet goed. Ik zie een groot mes door het hemelruim schieten. Wat een gevaarlijk ding. Met grote kartels. Kartels zo groot als haaienvinnen.

Ik duik weg achter een boom. Het mes hakt in op de maan en begint deze dwars door midden te snijden. Nu is het echt wegwezen. Als de maan in twee splijt hebben we twee halve manen. En dat betekent oorlog in het heelal. Dat mag duidelijk zijn. Had ik nu maar geluisterd naar de andere kant.

Het mes snijdt aan twee kanten. De maan valt doormidden. In twee helften botst ze tegen de aarde. Ik hou me vast aan de boom. De aarde kantelt en ik bungel samen met de boom onderaan. Ik kan twee dingen doen. Vasthouden of loslaten. Ik kies voor het laatste en vlieg door de ruimte onder de aarde. Heel even geeft me dat een zweverig gevoel. Totdat ik opgevangen word in mijn eigen Tardis. De wereld ondersteboven. Veilig vlieg ik verder. Zeker weten dat de andere kant een aandeel had in deze actie. Terwijl we terugvliegen naar de andere kant schrijf ik mijn rapportage, bij gebroken maan.


Reïncarnatie / Uitdaging van de maand / 28-09-2015

Terugkeren in vlees, dat werd mij meegegeven door de andere kant. Ik denk wat krijgen we nu. Wat is vlees? En waarom moet ik terugkeren in vlees? Naar de aarde kun je het beste gaan. Daar hebben grote vleeseters rondgelopen en nog. Ik begreep er niets van. Wanneer dan? Hoe lang geleden? Meer dan duizend jaar? In aardjaren gerekend? Een lichtjaar? Een kwart lichtjaar? Het doet er niet meer toe. Ik ben er nu toch. Dan maar aan de slag. Ik laat me informeren door mijn Tardis en door de andere kant. Ik krijg al gauw wat tips door. Iets met bibliotheken en Wikipedia. Daar moet ik zoeken. Fysiek of digitaal, ik kan twee kanten op. Ik kies voor de digitale, wel zo makkelijk en ik kan hem vanaf mijn Tardis besturen. Het wereld wijde net. Maar al snel kom ik erachter dat het wereld wijde net het net niet is. De moderne speeltjes van moeder aarde lopen voortdurend vast en vormen een bron van grote ergernis. Dan toch maar naar de bibliotheek. Maar welke? Er zijn er zoveel. Ik kies voor de Koninklijke. Het heeft iets deftigs en royaal. Bovendien heb ik me laten vertellen dat de voormalige koningin, nu heet dat prinses geloof ik, daar nog regelmatig komt. Een erudiete vrouw ook. Misschien dat zij me kan voorlichten. Ik heb begrepen dat zij in haar regententijd ook altijd het naadje van de kous wilde weten. Een vrouw naar mijn hart.

In de bibliotheek word ik snel wegwijs gemaakt door de bibliothecaris. Maar niet voordat ik lid gemaakt ben. Of ik een identiteitsbewijs bij me heb? Ik zeg, ik kom niet van deze aarde, niet van Mars en niet van Jupiter. Ik toon mijn intergalactisch paspoort en gelukkig neemt de bibliothecaris het voor lief. Hoewel hij mij niet kan opnemen in het administratiesysteem, locatie galactica is geen gekende optie, besluit hij mij toe te voegen in een vrij veld. Beroep: doctor. Adres: galactica kent geen postcode en geen huisnummer. Geboortedatum en -plaats: ik heb werkelijk geen idee. De bibliothecaris besluit overal kruisjes te zetten. Er moet per slot van rekening wel wat ingevuld worden. Anders raakt de administratie in de war. Dat vind ik prima. Ben ik tenminste ook niet direct opvraagbaar. Sorry, lezer, maar beroepsdeformatie van de bibliothecaris maakt dat dit stukje tekst een beetje ingewikkeld en saai overkomt. U en ik moeten het er maar even mee doen. Ik ontvang een mooi pasje en heb nu toegang tot alle zalen van de bibliotheek. Mijn speurwerk kan beginnen. Wat is vlees? Dat is voorlopig de hoofdvraag. De bibliothecaris schudt zijn hoofd. Een onmogelijke zaak om vlees in een keer te bevatten. Hij fluistert mij in om een onderverdeling te maken. Het vlees zogenaamd in kleine stukken te hakken. Hij stelt voor om bij het begin te beginnen. Het vlees bestaat al lang. Een mensenleven lang. Zelfs voor de mens op aarde kwam was er al vlees. Terug in de geschiedenis beginnen we bij het vlees van dinosaurussen. Ik wil het toch wel groot aanpakken. Reïncarneren komt dan wel later. Ik zou ook niet weten hoe een dinosaurus teruggestopt kan worden in vlees. Ja, in heel veel beesten of mensen. Maar dat is niet goed voor het evenwicht op aarde. We willen de boel wel een beetje in balans houden.

Ik stel de bibliothecaris gerust. Ik zie duidelijk dat hij moeite heeft met de materie. Zijn hoofd kraakt. Het mijne daarentegen maakt overuren. Ik begin al snel het principe van reïncarnatie te bevatten. Volgens mij is de bibliothecaris er al mee begonnen. Hij kruipt terug in zijn eigen vlees. Kookt zichzelf in zijn hete brein, dat via de oren veel stoom afblaast. Nu snap ik ook waarom aardlingen die chips aan hun hoofd hebben hangen. Het is niet alleen een tuitje om te horen maar ook om af te gieten. Enfin. Tijd voor mezelf om met deze wijsheid terug te keren naar de andere kant. Ik reïncarneer mezelf in mezelf. Reïncarneren in een ander vind ik zo’n gedoe. Bovendien bevalt de zak vlees waarin ik mij bevind uitstekend. Niet te zwaar en best wel goed ogend, zeker als ik de rest van de aardlingen beschouw. Nog heel even overweeg ik om in een vrouw terug te keren. Maar dat wordt te complex. Van zwak vlees is de andere kant ook niet gediend. Zoveel is zeker. Mijn Tardis is ook in de tussentijd gereïncarneerd. Was ie eerst blauw, nu is ie rood, met spierwitte randjes. Het lijkt wel een grote vierkante biefstuk. Ben benieuwd of het vliegen daarin gaat lukken. Het is eventjes wennen, de nieuwe kleur. Het steekt in ieder geval veel beter af tegen de blauwe lucht. De bibliothecaris en de oude koningin zwaaien me uit. Ik vraag me nu ineens af uit welk vlees zij gekneed zijn. En gaan ze straks verder als hammetjes of koteletjes? Vleesgeworden realiteit. Het blijft een maffe aarde.

Dit is mijn uitwerking van een Schrijfveer van de maand september.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.