06-09-2015

Het meisje met de blauwe pet (3)

Het jongetje gooide de vlieger telkenmale in de lucht en rende er dan vlug achteraan. Hij had mij niet in de gaten. Hoe kon ik dit nu tactisch aanpakken? Ik moest snel handelen. Voor hetzelfde geld gooide het jongetje de papieren vlieger keihard weg en belandde het in het weiland met koeien dat pal aan de weg lag. Ik zag mezelf bepaald nu niet, een twee drie, het kleine slootje overspringen en midden in een wei landen met zwartbonte koeien. Er waren ook grenzen aan mijn nieuwsgierigheid. En veel erger nog. Mijn grote angst voor koeien zou mij weerhouden van een heldendaad. Ondanks de idee dat liefde mogelijk vleugels geeft.

Wat had het meisje met de blauwe pet nu in de vleugels van het papieren vliegtuigje geschreven? Dat wilde ik dolgraag weten. Het jongetje maakte er gelukkig geen enkel probleem van toen ik hem vroeg of ik ook eens met zijn vliegtuigje mocht gooien. Zolang ik hem zijn vliegtuigje maar teruggaf. Hij had het zojuist eerlijk gevonden. Het jongetje zal wel gedacht hebben: Wat een vreemde man? Dat die nog met papieren vliegtuigjes speelt?

Met een vlugge blik in de vleugels zag ik een telefoonnummer staan. En een naam. De naam kon ik nog wel onthouden. Maar het telefoonnummer? Gelukkig had het maar acht cijfers. Na twee keer gooien met het vliegtuigje had ik het nummer en de naam tussen mijn oren opgeslagen. Voor de eeuwigheid. Betsy 018-205443. Als dat geen toeval was. Betsy! Daar had ik zojuist nog aan gedacht. Het schoot me meteen weer te binnen. Dat was de naam van Jenny Arean uit die televisieserie. Zeker weten. Niet te geloven.
Tussen de vleugels had ik ook nog een klein hartje gespot. Wat lief van Betsy. Een kriebelhartje dat onder in de punt een beetje uitschoot. Het was snel opgetekend, dat kon je zien. Voor mij was het echter het mooiste hart dat ik ooit gezien had. Het deed mijn eigen hart bonken.

Ik bedankte het jongetje en stapte blij op mijn fiets richting thuis, met mijn hoofd in de wolken. Even had ik nog getwijfeld om te vragen aan het jongetje om het vliegtuigje aan mij te geven. Vanwege de boodschap. Maar hé, leg dat maar eens uit aan een klein jongetje, zo’n boodschap. Het eerste wat ik deed bij thuiskomst was vlug de naam en het nummer opschrijven. 018? Waar zou dat nu zijn? Al was het in Lutjebroek of Kamtjatka (zeer onwaarschijnlijk), het maakte niet uit, ik moest en zou het weten. Vlug fietste ik naar het postkantoor in het dorp. Het postkantoor had alle telefoongidsen van Nederland, gebundeld in een grote telefoonruimte hangen. Dat wist ik zeker. Nu maar duimen dat het in de buurt van Schoonhoven was. En anders wist de postkantoorbeambte mij ook wel te helpen.